PMC 1 trekt in uitputtingsslag tegen ASV 3 aan het langste eind

We traden tegen ASV 3 aan op volle sterkte. Daardoor was het ratinggemiddelde iets in ons voordeel, maar we hebben tegen ASV al vaker ondervonden dat dat niet alles zegt.

Na twee uur spelen leken de kansen zich ten voordele van de Arnhemmers te ontwikkelen.

Alleen Theo stond beter, een aantal PMC’ers had het moeilijk en ikzelf had het tegen die tijd al volledig verprutst. Na de vorige avond een vlotte overwinning te hebben behaald in de SOS-competitie was de fut eruit en werd ik door mijn duidelijk energiekere tegenstander Koen Maassen van den Brink genadeloos van het bord gemept.

Michel zorgde onverwacht voor de gelijkmaker. Hij stond moeilijk, maar toen ik na mijn opgave weer eens om me heen keek, stonden de stukken aan zijn bord weer in de beginstelling, met Michels zwarte koning in het midden. Wat was er gebeurd? Ik kon het Michel niet meer vragen, want hij was in vliegende vaart vertrokken, bij het uitrijden bijna nog wat extra slachtoffers makend.

Dat Theo zuchtend rondliep, lag niet aan zijn eigen partij. Mijn winstpartij in de vorige avond moet hem hebben geïnspireerd, want voor het eerst in zijn leven opende hij met het Evans gambiet. Dat zal hem goed bevallen zijn, want na 10 zetten stond hij een stuk voor. Zijn tegenstander Toon Janssen bouwde een soort bunker van stukken rond zijn koning, maar Theo wist het verzet te breken door het extra paard weer terug te geven en intussen met zijn e-pion onhoudbaar naar de overkant te marcheren. Zo werd het 2-1.

ASV had hun op een na sterkste speler, Theo Jurrius, aan het voorlaatste bord gezet, waar hij Hidde tegen kwam. Die verweerde zich goed, maar moest onder druk een pion inleveren. Uiteindelijk wist hij in een toreneindspel de pion terug te winnen en werd het remise. Goed werk van Hidde, die de laatste tijd veel serieuzer schaakt en laat zien dat hij meer talent heeft dan zijn rating suggereert.

Het zou de enige remise blijven.

De resterende vier partijen werden pas ver na de verlenging beslist. Wim stond moeilijk, maar keepte bekwaam en loerde intussen op tegenkansen. Die kwamen er ook en werden feilloos door Wim benut.

Voor John gold dit nog sterker. Dat hij moeilijk stond was zwak uitgedrukt. Zijn stukken konden nauwelijks bewegen en zijn tegenstander kon het op verschillende momenten uitmaken. Maar toen die dat naliet, bouwde John stukje bij beetje weer een gezonde stelling op en bereikte een eindspel waarin zijn c-pion door kon breken. Met enkele ingenieuze manoeuvres voorkwam hij dat de vijandelijke toren de pion kon onderscheppen en zo kon hij het beslissende winstpunt voor het team noteren.

Bij Jan Fleuren had zich een paard-lopereindspel ontvouwd waar dat bij goed spel gewonnen was, maar zijn tegenstander Remco Gerlich dacht nog een laatste troef te hebben met een gelijktijdige promotie van pionnen. Jans pion had ruim baan, maar hij moest intussen wat taktische grappen afwimpelen om de tegenpromotie te voorkomen. Na een slimme paardmanoeuvre leek promotie met schaak onvermijdelijk. Remco pakte met glinsterende ogen een dame uit een belendende doos, maar het bleek dat Jan net iets verder gerekend had. De dame kon meteen weer terug de doos in na een loperzet van Jan die het paard onschadelijk maakte. En daarmee meteen opgave afdwong.

Aan Luuks bord was intussen iets gebeurd waar we allemaal bang voor zijn: er ging een telefoon af.

Gelukkig niet die van Luuk maar van zijn tegenstander Jan Knuiman. De wedstrijdleider was in een milde stemming en deelde een gele kaart aan Jan uit. Ons team kon daar vrede mee hebben.

Luuks eerste zet na het incident was een blunder die de winst weggaf, maar Luuk was erop gebrand om te winnen en bleef met met dame en toren proberen om Jans koning te verschalken. Intussen roofde Jan de ene pion naar de andere. Het spel van Luuk was een duidelijke illustratie van de uitdrukking “je schepen achter je verbranden”. Uiteindelijk rendeerde de aanpak: Jan maakte een fout die hem de dame kostte en gaf op.

Zo wonnen we met 6½ – 1½ en staan we stevig op de derde plaats in de poule.

Wopke Veenstra