PION 1 gedegradeerd in zenuwslopende finale

De slotronde van de Hoofdklasse A werd op 14 april gezamenlijk gespeeld in de Mallemolen. Niet voor het eerst, en net als vorige jaren werd het een samenzijn waarin de gezelligheid niet onderdeed voor de strijdlust van de acht deelnemende teams. Voor de meeste teams was strijdlust overigens bitter noodzakelijk: alleen Zevenaar deed voor spek en bonen mee, de overige teams hadden ofwel kans om te promoveren, ofwel om te degraderen. PION zat in de tweede categorie en helaas werd de kans op degradatie omgezet in werkelijkheid na een 3-5 nederlaag tegen mede-degradatiekandidaat Velp. Een domper op het zelf georganiseerde schaakfeestje. Aan het eind van de avond speelde het liedje “It’s my party and I cry if I want to” door mijn hoofd.

Maar laten we niet te dramatisch doen. De avond op zich was zeer geslaagd, wedstrijdleider Leo Wijnhoven had de hele avond niets te doen en na de wedstrijden verzamelden zich spelers uit verschillende teams tot in de kleine uurtjes aan de bar. Tja, volgend jaar zal een andere club de slotavond moeten organiseren.

Hoe kan PION 1, dat vorig jaar nog kampioen werd in de Hoofdklasse A, nu op de voorlaatste plaats zijn beland? De belangrijkste reden is denk ik de vergrijzing van het team. Ronald Zollinger is met 62 jaar het jongste teamlid, de gemiddelde leeftijd is rond de 70 jaar. Vooral in tijdnood zagen we de PION-spelers het op conditie vaak afleggen tegen hun jongere tegenstanders.

Je kunt het ook terugzien in de prestatieratings: van de vaste spelers lag die met gemiddeld 1832 twintig punten lager dan hun startrating (1852).

Een andere belangrijke reden is dat Luuk de Ruijter, vorig seizoen onze eerste-bordspeler, dit jaar niet meedeed. Dat scheelt niet alleen de punten die hij haalde, maar door zijn afwezigheid schoven alle teamspelers dit seizoen een bord op en kregen dus gemiddeld een iets sterkere tegenstander.

De derde reden is pech. Dat kan iedere club die verliest natuurlijk roepen, maar als de ranglijst zou zijn bepaald door de behaalde bordpunten, zou PION op de vijfde plaats hebben gestaan. Een iets andere verdeling van de punten over de borden had zomaar een paar plaatsen op de ranglijst kunnen schelen.

De wedstrijd tegen Velp gaf een goede illustratie van bovengenoemd leeftijdsverschijnsel. Herman, Jo en Ronald gaven alle drie goede stellingen weg in tijdnood. Er waren ook uitzonderingen: Wim Molenkamp, die dit jaar zeer matig presteerde – inderdaad vaak door een gewonnen stelling in het laatste halfuur weg te geven – won nu overtuigend. Ook Arno won in een Svesnikov. Voor gewone clubschakers was het na 15 zetten onmogelijk om te zeggen wie er in de hyperscherpe stelling beter stond, maar Arno had zijn huiswerk goed gedaan nadat hij in dezelfde variant was verslagen in de bekerronde tegen Elster Toren.

Velp had tegen PION voor een taktische opstelling gekozen: de sterkste twee spelers werden aan bord 3 en 4 gezet en hun zwakste spelers aan bord 1 en 2. Dat had tot gevolg dat Ton en ik er aan bord 4 afgezet werden, maar ook dat Theo en Wim aan bord 1 en 2 gemakkelijk wonnen. Of Velp er met deze slimmigheid veel mee opschoot, is de vraag. In elk geval betekende het voor de vier spelers aan de bovenste borden een minder interessante schaakpartij.

De wedstrijd moest dus aan de onderste vier borden worden beslist. En daar werd het 3-1 voor Velp.

PION 1 speelt komend jaar in de 1e klasse en zal proberen om het verblijf aldaar niet langer dan een jaar te laten duren.

Wopke Veenstra