Het krachtsverschil tussen PION 1 en Zevenaar was dusdanig, dat een overwinning met minder dan 6-2 een tegenvaller zou zijn. Het werd 5-3, dus geen reden tot feestvreugde. Maar onze tweede plek in de poule 1B van de SOS-competitie is door de overwinning wel verstevigd, dus mogen we toch wel tevreden zijn. Die tevredenheid gold niet voor iedereen. Theo Wijnhoven heeft sinds zijn ziekenhuisopname nog te weinig conditie om het laatste uur van de partij goed te blijven spelen. Desondanks had hij gemakkelijk remise kunnen maken tegen Tonie Claesen (rating 1836), maar hij wilde meer. In tijdnood plaatste hij zijn toren echter op de verkeerde lijn en moest daarna machteloos toezien hoe zijn pionnenrij op de koningsvleugel werd gekraakt en hij ook nog een koningsaanval over zich heen kreeg. Zijn verlies kwam gelukkig op het moment dat we al met 5-2 voor stonden. Maar nog erger was de avond voor Jo de Valk. Vanaf de tweede zet speelde hij scherp en troggelde hij de ene na de andere pion van zijn tegenstander af. Met drie pluspionnen, waarvan een vrijpion op e7, belandde hij in een toreneindspel. Zijn tegenstander deed geen poging om de promotie van Jo’s pion te stoppen, wat een lichtje bij Jo had moeten doen branden. Hij gaf zijn toren om de verse dame op te ruimen, en toen Jo de toren terugsloeg bleek hij te zijn beschwindeld: zijn tegenstander stond opeens pat! Zo’n ervaring is erger dan verliezen. De schaker die zijn partij verloren heeft, wie zal hem beschrijven? Ik heb hem gezien, verstard op zijn stoel, het bord was al opgeruimd en de lichten werden gedoofd, maar hij kon zich niet meer bewegen, want hij had Da7 overzien. Ik heb hem gehoord, in grove godslastering de verbrijzeling over zichzelf afroepend – onze woorden van troost wierp hij van zich af, want hij wilde niet meer leven – want hij had vergeten Lh3 te spelen. Met afgrijzen heb ik gadegeslagen hoe hij bezwoer zich het mannelijk lid uit te zullen rukken omdat hij Db6 had gedaan in plaats van Df6. Hier schieten woorden als berouw of wroeging tekort Dit is iets waar geen woorden meer voor zijn. J.H. Donner Ook Wim Molenkamp zal niet erg tevreden zijn geweest met zijn remise tegen Jos Aalberts (rating 1806). Hij had tenslotte al zijn zes partijen in de SOS-competitie gewonnen en was nu zijn 100% score kwijt. Maar hij haalde er zijn schouders over op. “Het was gewoon een correcte remise”. Voor Ton Thijssen gold het omgekeerde: hij had dit seizoen nog niet eerder gewonnen, maar nu liet de topscorer van vorig jaar zien dat hij het spelletje nog steeds beheerst. Met mooi aanvallend schaak gaf jij zijn tegenstander geen kans. Aanvallen deed ook Ronald Zollinger. Niet met spectaculaire offers, maar door zijn stukken steeds op de beste velden neer te zetten. Het was een lust voor het oog om te zien hoe hij zijn tegenstander alle adem benam. Met het bord nog vol stukken en met een gelijke materiaalverhouding gaf zijn tegenstander op toen de mataanval onvermijdelijk bleek. Mijn winst was minder oogstrelend. In de opening liet ik een pion instaan omdat die vergiftigd was. Mijn tegenstander, de blinde schaker Yannick te Pest (rating 1875) zag het gevaar niet en nam de pion, wat hem een stuk kostte. Hij hield de partij nog lang gaande, maar moest ondervinden dat schaken met een stuk minder nog kanslozer is dan voetballen met tien spelers. Bij deze drie overwinningen bleef het. Herman Brinkhof bouwde een kansrijke stelling op, maar wist zijn kansen niet te verzilveren. Remise. En onze invaller Bram Knippenberg liet weer zien dat hij inmiddels op dit niveau thuishoort. Als enige teamspeler was zijn rating (1679) lager dan die van zijn tegenstander Ivo Olthof (1776), maar hij bereikte met gemak een remise. Er promoveren dit jaar twee teams naar de hoofdklassen. PION 1 staat nu op de tweede plaats met twee matchunten voorsprong op SMB. De komende wedstrijd tegen SMB wordt dus beslissen voor promotie, maar PION heeft daarbij de beste papieren. Wopke Veenstra |